Tagarchief: sap

Sportvastencoach: eet geen brood en drink geen zuivel

Standaard

De laatste twee dagen van het sportvasten gingen makkelijk. Tuurlijk, als je vier dagen op enkel sap goed doorkomt, lukken een paar dagen ‘minder dan normaal eten’ ook. Hele bergen pistachenootjes heb ik intussen achter de kiezen, maar ik vind ze nog steeds lekker. Al die pilletjes en poedertjes ben ik wel behoorlijk beu. Maar het is de moeite waard geweest; in tien dagen ben ik 2,5 kilo afgevallen, bovenop de anderhalve kilo die er al af was voor ik goed en wel begon met de kuur.

Aan het einde van dag 10 heb ik een gesprek met de sportvastencoach. Ze zegt dat ze is geschrokken van wat ik gewoonlijk eet. Ja, ik snoep veel, dat had ik haar al gezegd. Maar ze heeft het niet over drop, chocola en koekjes. Ze heeft het over mijn éten. Brinta, sinaasappelsap, yoghurt, broodje kaas of ham. Allemaal foute boel! Brinta en brood bevatten koolhydraten; daar krijg je maagklachten van. Sinaasappelsap is een bom suiker, daar schiet de suikerspiegel van je bloed van omhoog. Zuivel heb je helemaal niet nodig; ons lichaam kan er de voedingsstoffen niet uithalen. En dan heb ik het nog gewaagd om ’s avonds een banaan te eten. Ook al fout! Dan zijn snelle suikers.

Ik mompel dat dit toch het eten is waarvan ik heb geleerd dat het gezond is. ‘Old skool’, is haar oordeel, ‘Inmiddels is het wetenschappelijk bewezen dat granen helemaal niet zo gezond zijn. En dat je rustig dagelijks een ei kunt eten.’ Ze leest voor uit haar eigen boek waarbij nog een paar keer de term ‘wetenschappelijk bewezen’ voorkomt. Ik laat het over mee heen gaan, want als ik iets inbreng tegen haar voedselfundamentalisme zit ik hier nóg langer. De tv achter haar meldt dat Mandela  in het ziekenhuis ligt.

De sportvastencoach geeft me een weekschema met wat ik zou kunnen eten om op gewicht te blijven, en vooral om fitter en gezonder te worden. Ter info: ik ben fit en gezond. Mijn woordenschat wordt uitgebreid met woorden als chiazaad, quinoa (keurt wordfeud dat goed?), boekweitnoedels, amandelmelk en notenpasta. En waar kopen we dat? Bij Ekoplaza. Ik begin te geloven dat ze aandelen heeft, zo vaak noemt ze de naam van die biologische supermarkt. Maar wat ik echt kwalijk vind, is dat ze zegt dat zowel aan Brinta als aan Albert Heyn sinaasappelsap chemische bestanddelen zijn toegevoegd. Dat is gewoon niet waar. Ik citeer de verpakking: ‘Volkorentarwemeel, zout’ respectievelijk ‘Sinaasappelsap uit geconcentreerd sinaasappelsap’.

Eindelijk is het tijd om te wegen. Volgens haar weegschaal is er drie kilo af en is mijn vetpercentage nu 26, tegen 31 voordat ik begon. Ik vind het best. Mag ik weg?
Bread... & Cheese

Foto van Renée S Suen op Flickr.

Dag 4, 5 en 6 van sportvasten: geen honger

Standaard

De eerste drie dagen van het sportvasten kon ik het hongergevoel negeren. Dag vier, vijf en zes héb ik, tot mijn grote verbazing, niet eens honger! Wel heb ik een hoop energie. Ik doe mijn hardlooprondje, ik koop een nieuwe stofzuiger en til die naar huis, stofzuig mijn huis grondig en maak het geschikt voor de eerste Airbnb-gasten, werk aan dit blog, en ga ’s avond op kraamvisite bij mijn één dag oude neefje. Opgewekt en zonder honger.

Dag vijf krijgt mijn hartslagmeter kuren en loop ik mijn hardlooprondje min of meer op de gok. Ik weet wel zeker dat mijn hartslag nu boven de 134 uitkomt, want ik ren gewoon zoals ik dat lekker vind, zonder steeds een stukje te wandelen omdat ik te hard zou gaan. En dan nog loop ik niet écht snel.

Op dag zes, de laatste sapdag, constateert de sportvastencoach aan de hand van de urinetest dat ik de switch van suiker- naar vetverbranding niet heb gemaakt. Maar, zegt ze, dat is geen reden tot paniek. Nee, dat lijkt me ook. Daar is meer voor nodig.

Welkom op de wereld!

Welkom op de wereld!

Sportvasten dag 2 en 3: langzaam hardlopen en snel wandelen

Standaard

Dag 2 van het sportvasten verloopt min of meer hetzelfde als dag 1. Ik dacht dat deze dag zwaarder zou zijn omdat ik twaalf uur moet werken, maar dat valt mee. Ik eet alleen groente en fruit. En pistachenootjes. Gelukkig houd ik van pistachenootjes!

Dag 3 heet een afbouwdag te zijn, maar ik zie niet in waarom. Er staat alleen maar sap op het menu. Plus de poedertjes, pilletjes en capsules natuurlijk. Het enige verschil met morgen, als het ‘echt’ gaat beginnen, is de hoeveelheid. Zeven glazen tegen drie. Van de avondlijke glazen tomatensap maak ik tomatensoep door er peper, zout en kruiden aan toe te voegen en het op te warmen.

Ik loop hard, want sporten hoort natuurlijk ook bij sportvasten. Mijn hartslag moet volgens het sportvastprotocol tussen 116 en 134 blijven, maar dat is nog niet eenvoudig. Als ik hardloop zit ik erboven, als ik wandel eronder. Vaak afwisselen dus maar.

Elke dag stuur ik mijn coach een mailtje hoe het gaat. En zij reageert met iets in de trant van ‘Goed zo, ga door.’
I do believe we're the two most beautiful women out here jogging today. In any case, we're certainly the most colorful...

Foto van Ed Yourdon op Flickr.

Sportvastcoach: suiker is legale cocaine

Standaard

Vandaag heb ik mijn eerste afspraak met de sportvatencoach, die me gaat begeleiden bij het sportvasten. Ze vindt het goed ik gen alcohol drink en geen vitaminetabletten slik. Maar als ik zeg dat ik veel snoep krijg ik een donderpreek over me heen. Suiker veroudert je lichaam, je krijgt er darmklachten en enge ziektes van, je wordt er dik van (ja, hèhè). Ze noemt suiker zelfs ‘legale cocaine’. Suikerproducenten werken net als voorheen de sigaretfabrikanten: ze maken je verslaafd aan hun product zodat zij er veel aan verdienen.

Dan geeft ze me het doosje met spullen die ik de komende tien dagen nodig heb voor mijn experiment: het sportvasten. Als eerste haalt ze daar urinestrips uit, waarmee je kunt bepalen hoeveel suiker er in je plas zit. Dit wordt wel erg medisch allemaal. Dan komen de andere metallic gekleurde plastic zakjes tevoorschijn. Visolietabletten, calcium/magnesium/zinktabletten, vitaminetabletten. Hè, net zei ze toch dat het goed was dat ik geen vitaminetabletten slik? Ik denk het alleen, maar zeg niets. En dan komt de zak waar het allemaal om draait: 250 gram ‘Metabolic Switch’. Van dit poeder, die de switch van suiker- naar vetverbranding moet stimuleren, moet ik drie keer per dag een halve liter drank fabriceren die ik vervolgens langzaam moet opdrinken. Slim; dan zit je al bijna aan de twee liter water per dag, volgens allerlei gezondheidsnormen de juiste hoeveelheid.

We nemen mijn eetschema voor de komende tien dagen door. De eerste twee dagen nog min of meer normaal; groente, rijst, salade, fruit. Dan vier dagen alleen maar sap. En tenslotte vier dagen langzaam weer wat eten; ongeveer hetzelfde als de eerste twee dagen.

We gaan wegen. Nou ja, zij gaat mij wegen. 71 kilo zegt haar weegschaal, terwijl de mijne vanmorgen 69 aanwees. Maar toen was ik bloot en had ik nog niets gegeten. Nu heb ik een trui aan, en een met regenwater doorweekte spijkerbroek. De coach meet mijn vetpercentage: 31. Ze pakt een schema erbij om aan te tonen wat dat betekent. Volgens het schema mogen vrouwen als ik (ik weet niet wat voor vrouwen dat precies zijn) een vetpercentage van maximaal 34% hebben. ‘Maar dat schema is mild. Ik vind 31 teveel.’ Er volgt nog een betoog dat ik, als ik doorga zoveel suiker te eten, over een paar jaar tien kilo lichter ben. ‘Maar ik ben toch juist hier gekomen om daar iets aan te doen?’ wil ik roepen. Ik voel me een klein kind dat op zijn donder krijgt. En waarom? Omdat ik van een slechte gewoonte probeer af te komen!

Goed, ik heb de spullen en de info die ik nodig heb om te starten. Let’s go!

Scale-A-Week: 24 January 2010

Foto van Puuikibeach op Flickr.

Snoepkont gaat sportvasten

Standaard

Er zitten al een tijdje een paar kilo’s te veel aan me. Eén paar. Er zijn ernstiger problemen in de wereld, ik weet het, maar die kan ik niet in mijn eentje oplossen. Deze misschien wel. In het Parool doet journaliste Roos Schlikker verslag van haar ervaring met sportvasten. Sportvasten houdt in dat je tien dagen elke dag een half uur sport. De eerste twee dagen bouw je je eten af, de volgende vier dagen eet je niet, maar drink je alleen maar vruchtensap, en de laatste drie dagen bouw je het eten weer op.

De grote truc zit hem erin dat na die tien dagen je lichaam vet gaat verbranden in plaats van suiker, waardoor je nog wat afvalt en minder behoefte hebt aan suiker. Dat zou mooi zijn voor een snoepkont als ik. Maar ik word al chagerijnig als ik een paar uur niet heb gegeten; hoe moet dat als ik tien dagen lang niet of niet normaal eet?

Ik google wat en vind een sportvastencoach in mijn stad. Sportvasten is vooral geschikt voor intensieve sporters die nog fitter willen worden, en voor mensen die aan het afvallen zijn maar op een ‘plateau’ zitten, meldt haar site. Ik hoor bij geen van beide categorieën, en mail de coach om advies. Ja hoor, ook voor jou is sportvasten geschikt, zegt ze. Vooral omdat ik nieuwsgierig ben, maak ik een afspraak en betaal ik driehonderd euro. Gelukkig was mijn bonus net binnen.
Juice?

Foto van Hebe op Flickr.

Kleine buurman en de klemmende deur

Standaard

Met vriendin Rita ging ik naar het strand van Ipanema in de hoop dat het kleine blauwe stukje lucht dat we zagen, zich zou uitbreiden. Maar de golven waren enorm, het strand was rustig, en nadat we vijf minuten in het zand hadden gezeten, begon het te regenen. Daarom gingen we maar een sapje drinken in de winkelstraat vlakbij. Even later was het weer droog en ik besloot richting huis, of eigenlijk natuurlijk logeerplek, te lopen.

Onderweg vroeg ik de prijs van een plek in een slaapzaal van een hostel, want ik wil niet steeds van ‘huisbaas’ Edilson afhankelijk zijn om naar binnen te kunnen. Een slaapplek kost 40 real (€ 16) per nacht, maar was nu, zo tussen kerst en oudjaar, niet beschikbaar.

Verder omhoog op de heuvel van Santa Teresa kwam ik een internetcafé tegen. Ik schreef een ‘rondstuurmail’; een mail die ik aan een aantal vrienden stuur, zodat ik niet iedereen apart hoef te vertellen hoe het met me gaat. Toen ik een flink stuk had geschreven, liep de computer vast. Ik riep de internetcafédame erbij, en die constateerde dat de computer ‘bevroren’ was. Ja, zo kun je het ook noemen, maar wat ging ze eraan doen? Niets, maar ik moest wel betalen. Ik had immers gebruik gemaakt van de computer.

Door naar huis dan maar. Gelukkig was Edilson thuis, en kon ik naar binnen. Nog vóór ik gedag kon zeggen, vertelde hij opgetogen dat het deurprobleem opgelost gaat worden. Buurman Bira was langsgeweest om het probleem te bekijken, en de volgende dag zou hij er iets aan doen.

Gelukkig kwam Bira, een mannetje van nauwelijks anderhalve meter, zijn afspraak na. Hij schaafde flinke repen van de zijkant van de klemmende deur. ‘Wie gebruikt er nou ook een binnendeur als voordeur? Dat hout kan niet tegen regen, dat gaat uitzetten’, mopperde hij. Maar nadat hij de deur had teruggehangen kreeg ik hem moeiteloos op en van slot. Ha, ik was weer onafhankelijk!

Dreigende wolken boven het strand. Eigen foto van Tanja.

Dreigende wolken boven het strand. Eigen foto van Tanja.

 

Misleidende mangodrank

Standaard

Wie in Brazilië snel, goedkoop en makkelijk een fris drankje wil serveren, zorgt dat hij altijd een paar zakjes oplosdrinken in huis heeft. Je lost het poeder uit het zakje op in een liter water, en klaar ben je. Ik test twee merken, Yoki en Camp, in de smaak van mijn favoriete vrucht: mango, ‘manga’ in het Portugees. Bij Finalmente Brasil kost een zakje respectievelijk 65 en 95 cent.

Op het pakje Yoki staat een hele mango en twee parten mango afgebeeld. ‘Bron van vitamine A, C en D en ijzer’ staat er in vrolijk gekleurde letters bij. Het poeder is wit en ruikt naar suikerspin. Zo ruikt een echte mango niet! Als ik het poeder oplos in een liter water, ontstaat een knaloranje drank. Hij smaakt, zoals te verwachten was met die suikerspingeur, vooral erg zoet. Gelukkig proef ik ook mango. Omdat het zo zoet is, verdun ik het drankje met wat water. Het gevolg is logisch: het smaakt niet meer zo mierzoet, maar van de mango proef ik nu bijna niets meer.

Even de ingrediëntenlijst bekijken. Natuurlijk, suiker staat op de eerste plaats, en is dus het belangrijkste ingrediënt. Erger: er zit maar 2% mangopulp in! In het zakje van 35 gram is dat 0,7 gram. Verdund tot een liter drank hou je dan nog 0,7 promille vrucht over! Om toch een associatie met vruchten te krijgen, wordt de hulp van geur-, kleur- en smaakstoffen ingeroepen. Die mango op de verpakking beschouw ik maar als puur decoratief, want met de inhoud heeft het niets te maken.

Hoe doet concurrent Camp het? Camp is nog misleidender. Ook hier anderhalve mango op het zakje, maar slechts 1% vruchtenpulp erin. Het poeder is oranje en ruikt zowaar naar fruit. Ook hier is de suggestie van fruit gewekt door geur-, en kleur- en smaakstoffen. Opgelost in water ontstaat een drankje met exact dezelfde overdreven oranje kleur van Yoki. Hij smaakt wat beter; dat wil zeggen: niet zo zoet, en met een duidelijke mangosmaak.

Conclusie: als ik moet kiezen tussen Yoki en Camp, kies ik voor de laatste. Maar doe me liever een verse mango.
Refresco

Foto van CPGXK op Flickr.